Study

Verandering in Tijd + Tegenstelling + Voorbeeld  ...

  •   0%
  •  0     0     0

  • Quand même
    Toch
  • En contrepartie
    Integendeel
  • D'abord
    Eerst
  • Même si
    Zelfs als
  • À partir de
    Vanaf
  • En fait
    Eigenlijk, in feite
  • De nos jours
    Tegenwoordig
  • À l'époque
    Destijds
  • Au contraire
    Daarentegen
  • Finalement
    Tot slot
  • Le paradoxe
    De tegenstelling
  • Pour l'instant
    Nu, momenteel
  • Il y a + tijdsaanduiding (Il y a dix ans)
    ... geleden (Tien jaar geleden)
  • Mais
    Maar
  • Autrefois
    Vroeger
  • Contrairement
    In tegenstelling tot
  • Toujours
    Altijd, nog steeds
  • Alors que (il veut réussir, alors qu'il ne travaille pas)
    Terwijl (hij wil slagen, terwijl hij niet werkt)
  • Reste que
    Blijft het feit dat
  • À l'avenir
    In de toekomst
  • Et puis
    En toen
  • Dès
    Vanaf, zodra
  • Ainsi
    Zo
  • Cependant
    Desalniettemin
  • Désormais
    Voortaan
  • Par ailleurs
    Daarentegen
  • Lorsque
    Toen, zodra
  • Tout en
    Terwijl
  • Auparavant
    Vooraf, van tevoren
  • Certes
    Zeker
  • En revanche
    Daarentegen
  • Malgré tout
    Toch
  • Depuis (Je vis à Paris depuis dix ans)
    Sinds (ik woon al (sinds) tien jaar in Parijs)
  • Il faut
    Men moet/het is nodig om
  • Comme
    Zoals
  • Hier
    Gisteren
  • Or
    Welnu
  • Bien que
    Hoewel
  • Par exemple
    Bijvoorbeeld
  • Toutefois
    Toch
  • Maintenant
    Nu
  • Aujourd'hui
    Vandaag de dag
  • Néanmoins
    Desalniettemin
  • Puis
    Toen
  • Par contre
    Daarentegen
  • Alors même que
    Hoewel, terwijl
  • Bien sûr
    Uiteraard (toegeving)
  • Malgré
    Ondanks
  • À l'origine
    Oorspronkelijk
  • Pourtant
    Toch
  • Ensuite
    Vervolgens
  • Avant
    Voorheen
  • À l'inverse
    Omgekeerd