Game Preview

Trivia Brugklas 2

  •  English    41     Public
    Engelse trivia
  •   Study   Slideshow
  • Geef de tientallen van 10 tot 100 in het Engels.
    ten, twenty, thirty, forty, etc.
  •  15
  • Beschrijf de kleren van de persoon naast je in tenminste 3 zinnen.
    ...
  •  15
  • Vertel in het Engels welke huisdieren je hebt en hoe oud ze zijn. (Verzin iets als je er geen hebt)
    ...
  •  15
  • Wat is het Nederlandse woord voor: queen.
    koningin
  •  15
  • Hoe heet het reuzenrad in Londen?
    London Eye
  •  15
  • Welk Engels woord ontbreekt? moning - ... - evening
    afternoon
  •  15
  • Zeg in het Engels dat je blauwe ogen en krullend haar hebt.
    I have got blue eyes and curly hair.
  •  15
  • Noem 5 Engelse woorden voor familieleden.
    father, brother, uncle, sister, niece, etc.
  •  15
  • Welk woord hoort niet in het rijtje? Waarom? rain - water - snow - ice - wind
    water - de rest heeft te maken met het weer
  •  15
  • Beschrijf in het Engels wat er in je etui zit. (etui = pencil case)
    pens, pencil, scissors, ruler, compass
  •  15
  • Welke landen horen er bij Groot Brittannie?
    Engeland, Schotland, Wales, Noord-Ierland
  •  15
  • Noem 3 Engelse woorden voor kamers in een huis.
    bedroom, living room, kitchen, bathroom, etc.
  •  15
  • Noem de dagen van de week in het Engels.
    Monday, Tuesday, Wednesday, etc.
  •  15
  • Wat is het Engelse woord voor groenten?
    vegetables
  •  15
  • Beschrijf de kamers op de benedenverdieping van jouw huis, in het Engels!
    ...
  •  15
  • Vul het ontbrekende woord in: My parent are nice. ... are great!
    they
  •  15